foto boven © Georges Janssens
Het laden en lossen van vrachtwagens kost transportbedrijven en verladers handenvol geld. Het blijft een manueel, tijdsintensief en bijgevolg duur proces. VIL gaat samen met elf bedrijven op zoek naar oplossingen door middel van automatisering. De Universiteit Antwerpen is partner in dit project. Met het project ‘OptiCharge’ zal onderzocht worden of meer automatisering mogelijk is en of dit leidt tot efficiëntere laad- en losprocessen.
Elke dag wachten chauffeurs een aanzienlijk aantal uren om te laden en te lossen. Gezien het tekort aan chauffeurs en de hoge loonkosten is dit een doorn in het oog van transportbedrijven. Langs de kant van de verladers worden laad- en losoperaties vaak als een noodzakelijk kwaad gezien en worden ze erbij genomen tussen de andere werkzaamheden door. Vaak leiden deze processen tot vertragingen, fouten, schade en daardoor ook tot hogere kosten.
Automatisering en betere afstemming
In het project ‘OptiCharge’ gaat VIL na of meer efficiëntie mogelijk is door o.a. efficiëntere planningssoftware en technologische ondersteuning (bv. automatisering) en door de noden van de verschillende stakeholders op elkaar af te stemmen.
Bij de deelnemende bedrijven zal het volledige proces van laden en lossen (inclusief de eraan gerelateerde processen zoals voorsorteren, controles, wegzetten, enz.) in kaart gebracht worden.
De focus zal liggen op de technologische kant, niet op de procesmatige.
Hierbij moeten ook verschillende soorten vrachten en verpakkingen bekeken worden: volle vrachten, bulk, pallets, rolkarren, etc…
State-of-the-art technologieën
Parallel zal nagegaan worden welke vormen van automatisering vandaag reeds mogelijk zijn en welke state-of-the-art oplossingen in de pijplijn zitten.
De Universiteit Antwerpen, onder leiding van prof. Evy Onghena, zal als partner in dit project een marktstudie uitvoeren van de bestaande- en toekomstige technologische oplossingen.
Vervolgens zullen vraag en aanbod met elkaar gematcht worden via de ontwikkeling van een tool die de voordelen en haalbaarheid (ROI) van bestaande oplossingen en cases becijfert.
Een selectie van positieve business cases zal uitmonden in een praktijktest.
Een van de bedrijven die zijn schouders onder dit project zet is de grootste chocoladefabrikant ter wereld, Barry Callebaut.
“Barry Callebaut produceert niet enkel de beste chocolade maar wil ook de beste service verstrekken bij levering aan onze klanten wereldwijd. Om deze service te realiseren is het nodig dat onze logistieke processen op een efficiënte manier worden uitgevoerd. Het inbrengen van nieuwe technologie en informatica zullen ons helpen om onze positie van kwaliteitsvolle chocoladeleverancier nog te versterken”, zegt Stefaan Van Driessche, Manager European Distribution Center bij Barry Callebaut.
Deelnemers: Atlas Copco Airpower, Barry Callebaut, Group GTS, H.Essers, Ontex, Scania, Spadel, Stelrad Radiator Group, Tenneco Federal Mogul, Vario Food Group, Volvo.
Projectpartner: Universiteit Antwerpen.
Dit project wordt gesteund door VLAIO, het Agentschap Innoveren en Ondernemen van de Vlaamse overheid.
VIL is het innovatieplatform voor de logistieke sector en sinds 1 januari 2017 erkend als Speerpuntcluster Logistiek. VIL helpt Vlaamse bedrijven om innovatieve logistieke projecten te realiseren en zo hun competitiviteit te verhogen en ontvangt hiervoor subsidies van de Vlaamse overheid. Als ledenorganisatie brengt VIL bedrijven en organisaties uit diverse sectoren bij elkaar, zowel verladers als logistieke dienstverleners maar ook kennisinstellingen, overheidsinstanties en bedrijven vanuit de IT-, engineering-, interim-, bouw en real estate wereld.
Meer informatie over VIL: www.vil.be