11 oktober 2013 – foto’s © Vloot
DEURLOO – Belgische loodsboot.
De nieuwe redeboot Deurloo is heden in Vlissingen in definitieve dienst genomen. Na het afsluiten van een succesvolle familiarisatieperiode kan nu het echte werk beginnen. De Deurloo is een eerste van drie nieuwe boten die in Vlissingen zullen worden ingezet voor het aan en van boord brengen van de zee- en rivierloodsen.
De Deurloo is gebouwd bij de werf Baltic Workboats in Estland. Er volgen nog twee zusterschepen: De Honte en de Raan die wellicht nog dit jaar zullen geleverd worden. Deze drie nieuwe loodsboten, samen met de reeds geleverde Ravelingen zullen dan de huidige boten uit 1993 vervangen: Jan Breydel, Pieter Deconinck en Guido Gezelle.
De nieuwe vaartuigen zijn aluminium monocoques van ongeveer 20 m lang en hebben een grote voorstuwingskracht (22 knopen kruissnelheid) en een relatief laag verbruik. Ze zijn ook zelfoprichtend, dwz. dat ingeval ze zouden omslaan ze vanzelf terug rechtkomen. De boot heeft drie bemanningsleden en kan tot acht loodsen vervoeren die allen comfortabel in een zetel kunnen zitten.
SWATHS
Voor de beloodsing op zee worden swaths gebruikt. Dit zijn tweerompenschepen die zelfs bij ruwe zee nog steeds hun werk kunnen doen. Sedert ze werden ingezet (2011) zouden ze reeds meer dan 250 uren meer operationeel geweest zijn dan met de vorige loodsboten.
Uitzonderlijk moeten de loodsdiensten worden stopgezet wegens het slechte weer. Dit gebeurde o.a. tijdens het etmaal van 10 op 11 oktober 2013 toen met een golfhoogte van meer dan 4 meter met pieken van 7 meter het niet meer veilig was om loodsen van of aan boord te laten gaan van zeeschepen.
Er zijn drie swaths – Wielingen, Westerschelde en Westdiep – die zorgen voor het transport van de zeeloodsen. Het moederschip Wandelaar blijft gedurende drie weken op zee en organiseert de beloodsing.
Met alle loodsboten samen zijn de Vlaamse loodsdiensten één van de modernste diensten van de omliggende landen. Het varende materieel wordt optimaal ingezet terwijl de kostprijs binnen de redelijke perken blijft.
Tekst: Georges Janssens