• dinsdag, 07 augustus 2018
  • Hiswa – uit Nieuwsbrief Hiswa – september 2018

Ongeacht of je net je eerste boot hebt, of al jaren vaart: aanmeren aan hogerwal blijft een klus… De wind blaast namelijk de boot steeds van de steiger af. Nu wordt het wel steeds iets gemakkelijker: oefening baart immers kunst! Maar het blijft een spannend moment. Wij nemen je stap voor stap mee hoe je bij aflandige wind je boot aanlegt.

Laten we beginnen bij de basis: stootwillen en lijnen! Hang in ieder geval genoeg stootwillen op aan de reling om beschadigingen te voorkomen. Hang er 1 voorop, 2 op het middenstuk en 1 bij het achterschip. Als je van tevoren niet weet aan welke zijde van de sluis je terechtkomt, bevestig dan aan beide boorden minimaal twee stootwillen. Zorg daarnaast ook dat je de lijnen van te voren klaar hebt liggen om de kikker. Houd eventueel een extra lijn en bal op dek, voor het geval dat.

Belangrijk is dat de eerste lijn die je bevestigd, strak blijft staan tot de andere lijnen zijn gelegd. Als je dit namelijk niet doet, drijft je boot weer verder van de steiger en kan je eigenlijk weer opnieuw beginnen.

In onderstaande manieren, gaan we er van uit dat er aan boord een stuurman en minstens één bemanningslid is.

Voorwaarts aanmeren aan hogerwal

Als de wind hard van de wal afwaait, of de stroom langs de wal staat en van voren inkomt, is het slim om eerst de punt vast te maken omdat de punt bij aflandige wind het moeilijkst in bedwang te houden is. De kont daarentegen kan je ‘volledig’ in bedwang houden met het roer en de schroef. Ga als volgt te werk:

1. Vaar onder een hoek van ongeveer 45 graden naar de kade en leg een voorspring aan.
2. De stuurman geeft vervolgens voorzichtig gas vooruit, zodat de voorspring op spanning komt te staan
3. Stuur zo het achterschip richting de kade. Een bemanningslid houdt ondertussen in de gaten of de stootwillen nog goed hangen.
4. Als het achterschip vlakbij is, kan de lijn achter vastgemaakt worden.

Aanmeren hogerwal tips

Achterwaarts afmeren aan hogerwal

Het voordeel van achterwaarts aanmeren is dat er weinig ruimte nodig is en dat het relatief rustig gedaan kan worden, zonder gehaaste acties. Deze methode is erg geschikt als de wind (of de stroom) schuin van de wal af staat / van achter komt. De punt kan je dan namelijk vrij voor je uit laten gaan en hoeft je niet tot nauwelijks in bedwang te houden. Let wel op dat achterwaarts aanmeren in principe handiger is als je geen bijboot achter de boot hebt hangen. Ga als volgt te werk:

1. Zorg dat je een stootwil op de kont heb hangen.
2. Vaar achterwaarts naar de wal.
3. Breng de landvast achter aan en breng de lijn op spanning door langzaam vooruit te varen.
4. Zet het roer zo dat de voorkant van het schip naar de wal zal varen. Wanneer het schip parallel aan de wal ligt, kan het roer recht worden gezet. Het schip zal langzaam de wal naderen.

Aanmeren hogerwal

Wegvaren van hogerwal

Afvaren bij hoger wal is een stuk makkelijker dan aanmeren bij hoger wal. Je waait immers vanzelf van de kant weg. Maar ondanks dat een groot deel vanzelf gaat, is het wel belangrijk dat je het gecontroleerd doet. Wanneer er een harde wind staat kan het schip namelijk sneller dan je denkt van de wal verlijeren. Probeer dan ook zoveel mogelijk vanaf de boot zelf te handelen, om te voorkomen dat bijvoorbeeld een bemanningslid nog op de wal staat of er opeens een andere boot langs vaart.

Vanaf het schip is het goed te doen om lijnen los te maken en van een walpaal af te slaan. Let bij een ring op dat het uiteinde van de lijn niet om de ring slaat, waardoor je zonder hulp vanaf de kant de lijn niet los krijgt.

Met dank aan Marrekrite (https://www.marrekrite.frl/varen/) voor beeldmateriaal en Bert Borkus, auteur van Het Schippershandboek voor tekst e.d. Een handig boekje voor schippers met of zonder aanleg voor aanleggen. Kijk ook op www.schipperszakboek.nl