- 7 jan 2022 – foto baggerboot Alexander von Humboldt – hopperzuiger – Jan De Nul Group
De Schelde van Antwerpen naar de monding heeft twee benamingen: het Belgische gedeelte wordt Beneden-Zeeschelde genoemd en het Nederlandse deel krijgt de naam van Westerschelde.
De Vlaamse Overheid zorgt dat de vaarwaters voldoende diepte hebben en zet hiervoor regelmatige baggerwerken in.
In de hoofdvaargeulen wordt steeds een minimale diepte gegarandeerd zodat de scheepvaart steeds de Haven van Antwerpen kan bereiken. De nevenvaarwaters worden momenteel niet meer op diepte gehouden, zodat hier geen gegarandeerde diepte meer is.
Voor alle vaarwaters worden echter regelmatige dieptemetingen uitgevoerd en de vaarwegmarkeringen worden dan ook aangepast indien nodig.
Schaar van de Noord
Het Schaar van de Noord (SvN) is een nevenvaarwater vlakbij het Nauw van Bath. Het SvN wordt fekwent gebruikt door de binnenvaart en de pleziervaart en volgens metingen zouden er meer dan 12000 vaartuigen per jaar ervan gebruik maken.
Het Schaar van de Noord heeft ook een groot belang omdat het heel wat scheepvaart weghoudt uit het heel smalle vaarwater van het Nauw van Bath.
Maar de zandbanken rond het Schaar zijn in permanente beweging waardoor men verplicht is om de boeien regelmatig te verleggen. En omdat er niet gebaggerd wordt is er ook geen gegarandeerde diepte.
Voor de nevengeulen, en dus ook in het Schaar van de Noord, is er een kritische diepte bepaald van 20 decimeter boven LAT (laagste astronomisch tij), wat wil zeggen dat bij eb op de laagste stand er steeds 20 dm moet staan.
De zandverplaatsingen in het SvN maken zandgolven die door de stroming in beweging worden gebracht. De metingen van de zandgolven hebben al gezorgd voor dieptes van minder dan 20 dm LAT. Een gevolg hiervan was dat op bepaalde tijdstippen de doorgang werd verboden aan de scheepvaart.
In 2018 werd een baggerproef gedaan om te onderzoeken of het wel zinvol was om hier te baggeren. Een jaar later werd een morfologische analyse gedaan van de geul en men stelde vast dat de kritische diepte van minder van 20 dm LAT niet meer voorkwam. Het is dus niet zinvol om regelmatig de baggeren.
BAGGEREN
Voor het baggeren in nevengeulen stellen zich een aantal praktische problemen op. Telkens er moet gebaggerd worden moeten er vergunningen worden aangevraagd. De administratieve tijd tussen de vergunningsaanvraag en het effectief baggeren kan aldus oplopen tot soms meer dan een jaar. Die manier van werken is dan ook niet efficiënt.
Omdat er toch steeds metingen worden gedaan ligt het ook meer voor de hand dat men sneller kan ingrijpen bij dieptewijzigingen door het verleggen van de boeien of zelfs tot het wijzigen van de totale vaarwegmarkering.
In extreme gevallen zou men zelfs kunnen overgaan tot het supprimeren van de vaargeul.
SCHAAR VAN VALKENISSE
Een soorgelijke situatie doet zich voor aan de zuidkant van het Schaar van Valkenisse (SvV).
De zuidelijke toegangsgeul lijkt zich steeds in westelijke richting te verplaatsen. Hierdoor werden er regelmatig aanpassingen gedaan aan de markeringen.
Eerst werden een serie van de meest zuidelijke rode en groene boeien vervangen door gele waarschuwingstonnen. Maar toen er zich middenin het vaarwater ook nog eens een zandbank begon te vormen heeft men drastischer moeten ingrijpen.
Het verplaatsen van de gele tonnen gebeurde te dikwijls en de vaarweg versmalde dusdanig dat men heeft moeten beslissen dat alleen afvarende scheepvaart nog gebruik kan maken van het SvV. Het is nu verboden toegang voor alle opvarende scheepvaart om door het SvV te varen.
Aan de hand van de wekelijkse aanpassingen van de vaarkaarten zien we ook dat er zich een nieuwe geul aan het vormen is. Hopelijk zal dit in de toekomst weerom een brede en voldoende diepe vaarweg worden voor het SvV.
WAARSCHUWING
Alle scheepvaart en vooral de pleziervaart, die gebruik maakt van navigatiekaarten of plotters die niet regelmatig zijn bijgewerkt, kunnen best niet vertrouwen op deze aanwijzingen en andere middelen (visueel) hanteren bij het varen. Varen op GPS met niet up-to-date elektronische kaarten is niet aangeraden op de Schelde.
Omdat men voorschrijft dat steeds een bijgewerkte kaart aan boord dient te zijn kan men ingeval van calamiteit eventueel in het ongelijk worden gesteld.
ANDERE GEULEN
De scheepvaartroutes op de Schelde worden regelmatig gemonitord op dieptes en in de hoofdvaarwaters wordt er steeds gebaggerd op de cruciale plaatsen.
Ook de nevenvaarwaters krijgen heel wat aandacht en er worden zelfs vaarwaters toegevoegd of verplaatst. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld Everingen-vaarwater ter hoogte van Baarland, de wijzigingen de laatste jaren bij Terneuzen (Thomasgeul, Zuid-Everingen, en misschien komt het Straatje van Willem nog eens terug) en ook dichter bij Antwerpen (gele betonning bij Plaat van de Parel).
Onlangs heeft men ook nog virtuele AIS-boeien uitgelegd ter hoogte van de aankomende tunnelwerken bij het Noordkasteel. Deze boeien liggen niet effectief in het water maar zijn wel aangeduid op de elektronische vaarkaarten.
Lees ook regelmatig de BASS-scheepvaartberichten en luister op de marifoon naar de waarschuwingen van de Scheepvaartbegeleiding. Heeft men tijdens het varen nood aan meer informatie over een vaarweg, mag men niet aarzelen dit aan de Scheepvaartbegeleiding te vragen.
tekst en foto’s: © Georges Janssens