ZEESCOUTS OPENEN VAARSEIZOEN

O         p zondag 19 april 2015 is er veel volk op de Zeescoutsbasis te Antwerpen-Linkeroever.
Veel jongeren, zeescouts, verdeeld over vier groepen: drie jongensgroepen en één meisjesgroep ; enkele honderden  bij elkaar.
Ook veel ouders en sympathisanten zijn opgekomen.

Rudi Mannaerts, pastoor van de Antwerpse kerk Sint-Andries, begint om 10 uur met een openluchtmis op het grasveld naast de Schelde.
Hij vraagt bij de communnie een stiltemoment van zes minuten.
Het was ongeveer zo lang echt muisstil ; de jeugd kan nog iets als erom gevraagd wordt !

Op het ‘paradeplein’ staat een opgeblazen tribune.
Het plein is afgezoomd met de boten van de zeescouts.
Alles pikfijn in orde, klaar voor het nieuwe vaarseizoen.
De tribune geraakt vol.
Vanachter een heuvelrug stormen de scouts en gidsen het plein op en zetten zich in gelid.

Het officiële gedeelte is begonnen.
Kwartierkreten doorklieven achtereenvolgens de lucht.
De diverse scoutswetten worden gedeclameerd.

Havenschepen Van Peel neemt het woord : hij lijkt vergroeid met de zeescouts.
De eerste fase van de nieuwe lokalen is reeds achter de rug.
Voor volgend jaar zal de tweede fase in de steigers moeten staan.
De grote botenloods wordt helemaal omgevormd tot een degelijk behuizing.

Er worden brevetten uitgedeeld en ook bijzondere prestaties beloond.
De roeigiek Soetkin won – bijna als naar gewoonte – de roeiwedstrijd in 2014.
De zeilwedstrijd werd gewonnen door de FOS Seascouts Lange Wapper.

Vervolgens wordt het vaarseizoen voor geopend verklaard.

Rudi Mannaerts moet nog de boten zegenen en laat dit voorafgaan door een speech waarbij bijna alle zinnen eindigen op AS :  MAS, ZAS, pas, paljas, extras, was, klas, enz..
Erg gesmaakt door het hele publiek.

Alle zeescouts vergasten de aanwezigen nog op een dans.
Een receptie voor de genodigden en een happy hour voor de aanwezigen.
Eten en drinken is voorhanden.
Het wordt nog een gezellige boel.
Het prachtige weer maakte er een geslaagde dag van.

Een behouden vaart gewenst aan alle zeescouts.

Tekst en foto’s: Georges Janssens