SONY DSC

– 5 juni 2022 – bericht Minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne
– foto zeehonden © gj –

Noordzee: minder vervuiling door schepen dan ooit

Naar aanleiding van de Wereldmilieudag is vice-eersteminister en minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne verheugd dat het aantal vastgestelde vervuilingen van onze Noordzee door schepen lager is dan ooit. Dat blijkt uit de meetresultaten van het wetenschappelijke ‘sniffervliegtuig’ waarmee de wetenschappelijke dienst BMM controleert. Het aantal vastgestelde olievervuilingen vertoont sinds de start van de metingen begin jaren ‘90 een dalende lijn. Vorig jaar werd zelfs geen enkele meer gevonden. Ook het aantal overtreders van de zwaveluitstootnormen daalt. Minister Van Quickenborne wil hierop verder werken door ook stikstofnormen op te leggen en de regels op andere vlakken te verstrengen. De daling van de vervuiling draagt bij aan een sterke bloei en groei van flora en fauna in de Noordzee. Zo is het aantal gespotte bruinvissen en zeehonden tijdens de vluchten hoger dan ooit. Recent werd de Europese platte oester voor het eerst in twintig jaar terug gespot in de Belgische Noordzee.

Vincent Van Quickenborne – © gj

Enige sniffervliegtuig ter wereld

Het meetvliegtuig OO-MMM bestaat sinds 1991 en wordt gebruikt door de Belgische Kustwacht in opdracht van de Wetenschappelijke Dienst Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM). Het is een krachtig wapen tegen milieuvervuiling en pollutie op zee. De ‘sniffer’ scant onder meer op lozingen van olie met behulp van sensoren, sinds 2015 ook op de uitstoot van zwavel (SOx) door schepen en sinds 2021 ook op de uitstoot van stikstof (NOx) door schepen. Dit doet het zowel in de Belgische wateren als in de rest van de Noordzee. Deze sensoren zijn een belangrijk instrument in de strijd tegen luchtvervuiling. De Belgische Noordzee maakt deel uit van een internationale lage-emissiezone voor zwavel- en stikstofuitstoot. België is het eerste en enige land ter wereld dat gebruikt maakt van een sniffervliegtuig voor de controles op vervuiling door schepen. Het vliegt door de rookpluimen van schepen om te hoge uitstoot te detecteren. In andere landen controleert men de uitstoot vooral aan de hand van willekeurige brandstofcontroles in havens. Met het sniffervliegtuig kan veel gerichter gewerkt worden omdat verdachte schepen reeds op zee worden geïdentificeerd.

Olielozingen

Uit de cijfers van BMM blijkt dat sinds 1991 veel minder olieverontreiniging op zee gebeurt. Het voorbije decennium werd die daling nog sterker en in 2021 werd geen enkele olielozing vastgesteld in de Noordzee. Dit is een bevestiging van de dalende trend, wat bewijst dat het aantal operationele olieverontreinigingen het laatste decennium sterk afgenomen is. Het gaat om doelbewuste lozingen. In 1994 bijvoorbeeld lag dat aantal nog op 64 en in 2010 waren dat er nog 24. Het aantal vastgestelde olievlekken nam de jaren nadien stelselmatig af en is herleid tot 0 in 2021.

Ook overtreders zwaveluitstoot in dalende lijn

In 2015 lag het aantal schepen dat de emissienormen voor zwavel overschreed op 16,7% van het totaal aantal gecontroleerde schepen. Dat percentage aan overtreders is in dalende lijn: naar 10.6% in zowel 2016 als 2017, naar 6,4% in 2018, 4,2% in 2019 en 3,9% in 2020. De sniffer stelde wel een lichte stijging vast in 2021 want het aantal gecontroleerde schepen dat meer zwavel uitstootte dan toegelaten, bedroeg 5,4%. Het aantal flagrante overschrijding bleef echter dalen in 2021. De stijging is te wijten aan een toename in het aantal lichte overtredingen. Het toont aan dat waakzaamheid geboden blijft. De prijsstijging van de diesel met ultra laag zwavelgehalte vorig jaar is wellicht een verklaring. Uit economische overwegingen blijven sommige schepen langer doorvaren op diesel met hogere zwavelgehaltes – toegestaan buiten de SECA-zone – vooraleer ze de omschakelprocedure inzetten. De statistieken wijzen er ook op dat schepen die op doortocht zijn via internationale vaarroutes, dieper in zee dus, hogere zwavelemissies laten optekenen dan schepen dichter bij de kust. Tot slot zijn er meer overschrijdingen van emissienormen bij containerschepen ten opzichte van tankers.

Sniffervliegtuig OO-MMM aan het werk © KBIN/BMM

Stikstofuitstoot in het vizier

Door de integratie van een stikstofsensor in het sniffervliegtuig kan sinds vorig jaar ook de concentratie
aan stikstofverbindingen in de rookpluimen van schepen meten. België was daarmee als eerste
operationeel om de lage emissiezone voor stikstof te controleren. Van de 1.004 schepen waarvan de
stikstofuitstoot in 2021 werd gemonitord, lieten 23 verdachte waarden optekenen. Op internationaal niveau wordt er momenteel gewerkt aan een handhavingsprotocol ter sanctionering. De Belgische
meetresultaten zullen daarbij de richting aangeven.

Strengere regelgeving die werkt

Deze bemoedigende vooruitgang in de resultaten is te danken aan de strengere regels die de voorbije jaren werden ingevoerd, zowel op internationaal als op Belgisch vlak. Naast de reeds toegelichte lage emissiezones waar ons land deel van uitmaakt, voerde minister Van Quickenborne strengere regels in voor het afvalbeheer aan boord van schepen. De volgende stap werd recent afgerond met strengere regels voor het lozen van ladingresten op zee. Nu wordt gewerkt aan normen rond andere schadelijke vluchtige stoffen zoals ozon en bepaalde vluchtige organische stoffen. Deze wetgeving moet tegen het najaar afgerond zijn. Binnen de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) werd vastgelegd dat tegen 2030 de uitstoot van de scheepvaart met 40% dient te verminderen ten opzichte van 2008 en met 70% tegen 2050. Conform het regeerakkoord speelt ons land een voortrekkersrol in een alliantie van landen die deze ambitie willen aanscherpen tot minstens 55% tegen 2030 en zero emissie tegen 2050.

Zeezoogdierpopulatie boomt in de Noordzee

Het sniffervliegtuig kan ook vaststellen waarom deze strikte controle op vervuiling door schepen in de Noordzee belangrijk is. Want naast pollutiecontrole wordt het vliegtuig ook ingezet voor zeezoogdierenmonitoring. Zo werden tijdens de surveyvluchten meer dan dubbel zoveel bruinvissen gespot in 2021 als het voorgaande jaar. Die trend wordt bovendien bevestigd door de vaststelling dat tijdens de eerste surveyvlucht van 2022 opnieuw verdubbeld was. Naar schatting zwemmen er intussen zo’n 2.700 bruinvissen in Belgische wateren. In september vorig jaar werden tijdens één surveyvlucht 20 zeehonden geturfd. Dat is het hoogste aantal zeehonden ooit tijdens een Belgische luchtsurvey.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Noordzee:

“We zien dat strengere regels en controle werken. We stelden vorig jaar geen olielozingen meer vast in onze Noordzee terwijl dat in de jaren ‘90 opliep tot meer dan 60 vaststellingen. Dat is een positieve evolutie. Eenzelfde trend zien we bij de zwaveluitstoot van schepen. Sinds 2016 wordt dit streng gecontroleerd op zee door ons uniek sniffervliegtuig nog voor het schip de haven bereikt. Ons land levert ook pionierswerk af door met de sniffer ook de uitstoot van stikstof te meten. De resultaten daarvan moeten helpen om op internationaal niveau strengere regels vast te leggen. We moeten onze Noordzee koesteren. Het is het grootste natuurgebied van België. Het toenemend aantal zeezoogdieren en soorten zoals de Europese platte oester die voor het eerst in decennia terug opduikt in onze Noordzee tonen dat er vooruitgang geboekt wordt.”