- 02 oktober 2021 – Kattendijkdok, Antwerpen
- foto’s © Georges Janssens (GJ) – Luc Antheunis (LA) – Antwerp Student Fleet (ASF)
- foto boven de studenten met vooraan de schippers en 2de van rechts de fiere directeur van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen (Antwerp Marine Academy).
Rond het middaguur legt de T/S Rupel aan bij de Palingplaatsteiger in Antwerpen. Aan boord een reeks enthousiaste studenten van de Hogere Zeevaartschool. Er wordt gewacht om de Kattendijksluis binnen te varen die een uurtje na het hoogwater de deuren zal openen.
Wat ging er vooraf?
Op zondag 12 september 2021 vertrokken dertien studenten van de Hogere Zeevaartschool met de zeilschepen STV Patricia en T/S Rupel op een drieweekse zeilreis. Deze reis wordt georganiseerd door de Antwerp Student Fleet, een project voor en door studenten van de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen.
De eerste stop na Antwerpen was Den Helder in Nederland. Daar bezochten ze het Marinemuseum en de onderzeeboot Tonijn. Hoewel de marine toch nog iets anders is dan de koopvaardij, was de link met de zee toch het perfecte aanknooppunt om er een interessant bezoek van te maken.
Na Den Helder zetten beide schepen koers naar Helgoland, een eiland voor de monding van de Elbe. Ten noorden van de Waddeneilanden ondervond de STV Patricia echter problemen met haar machine, waardoor ze is uitgeweken naar het eiland Borkum.
Daar bleek dat het technische defect niet onmiddellijk verholpen kon worden. Ook zeilschepen hebben soms een motor nodig om te manoeuvreren in een haven. Daarom zijn de zes studenten van de STV Patricia per ferry en trein op zaterdag 18 september naar Antwerpen teruggekeerd.
Hoewel ze het spijtig vinden dat de reis zo snel gedaan was, vinden ze ook dat veiligheid voor alles komt. Eén ding is zeker: op minder dan een week tijd kan al een hechte groep ontstaan, zoals gebleken is uit de vriendschappen die gesloten zijn.
De T/S Rupel bereikte in de tussentijd veilig en wel Helgoland en kon enkele dagen van de prachtige natuur en de maritieme geschiedenis van het eiland genieten. Na deze erg gewaardeerde rust zetten ze hun reis richting het Noorden verder, op naar Esbjerg aan de westkust van Denemarken.
Op 23 september zetten ze voet aan grond in Esbjerg en maakten daar ze daar voor het eerst kennis met de Deense cultuur en de lokale walvisvaartgeschiedenis. Ook hier was de link met de zee nooit veraf.
Na Esbjerg zetten ze terug koers richting het zuiden en stopten ze op het Waddeneiland Terschelling. Daar werden ze warm verwelkomd door het Willem-Barentszinstituut, een collega-zeevaartschool.
De studenten kregen een rondleiding in de klaslokalen, ateliers en de simulatoren. Ze waren vooral heel erg onder de indruk van de hypermoderne simulatoren en de hartelijke gastvrijheid van onze Noorderburen.
Op de terugweg hebben de mastenroute genomen van IJmuiden/Amsterdam naar Zeeland. Ook dit stukje kanaalvaren heeft nog heel wat extra ervaring bijgebracht.
Terug in Antwerpen
Heel wat familie en vrienden van de studenten stonden aan de Schelde-oever op de aankomstdag. Op de Schelde keerde het hoogwatertij. Aan de Palingplaatsteiger had ondertussen de T/S Rupel zich vastgemaakt in afwachting te kunnen invaren in de dokken naar de ligplaats. De onfortuinlijke studenten van de STV Patricia ging aldaar ook aan boord om hun medestudenten te verwelkomen.
De Kattendijksluis kan niet schutten bij hoogwater en laagwater; het is een oude genoveerde sluis. Daarom moest er gewacht worden op het goede moment. Eindelijk kon dan worden binnengevaren en dat ging onder spontaan handgeklap en geroep door het publiek op de kade.
De studenten werden ingezet in wachten van telkens vier uur en moesten alles zelf beredderen onderweg. En dat ging van navigeren, zeilen, koken, afwassen tot zelfs herstellingen als er iets mis liep. Een anker ging verloren (materiaalbreuk) en moest vervangen worden. Het zeil scheurde en moest genaaid worden; de definitieve reparatie ging naar de zeilmaker.
De groep van studenten was evenwichtig verdeeld zowel wat betreft de studierichting als mannen en vrouwen.
Het initiatief dat niet aan zijn proefstuk toe is, moet zeker worden voortgezet in de toekomst. En volgens de directie van de Hogere Zeevaartschool mag het zelfs uitgebreid worden naar andere scholen.
Partners: